Boekencast heeft iets unieks voor alle volgers. Een reeks columns geschreven door een wekelijks wisselende auteur. Vanaf 14 augustus lees je wekelijks onder deze banner een persoonlijk verhaal van een bekende auteur. Als Boekencast bestaan wij vanaf 1 juli en hebben wij, mede door onze leeservaring, ook een goede relatie weten op te bouwen met een groot aantal auteurs, naast het lezen en recenseren van hun werk. We hebben de auteurs benaderd met de vraag om een bijdrage te leveren aan ons blog middels een unieke en persoonlijke kijk op het thema ‘Lezen en schrijven met muziek’.
Het levert stuk voor stuk niet eerder gepubliceerd werk op van de auteur. We hopen dat je als lezer zult genieten van hun column. Wij publiceren hun bijdrage met trots, volledig en ongecensureerd. Heel veel leesplezier. En lees vooral hun boeken. Die zijn ook meer dan de moeite waard. Veel dank aan de auteurs die hebben meegewerkt.
Vandaag: Bert Bergs, oud hoogleraar fysica en auteur, geboren te Oostende in 1945. Nadat hij in 2011 zijn carrière als hoogleraar aan de wilgen hing, stortte hij zich op het schrijven van boeken. In 2012 schreef Bert Bergs zijn eerste thriller ‘Het duivelse recept’. Hierna volgde nog vele andere thrillers. Zijn nieuwste thriller ‘onvoorziene omweg’ zal september 2022 verschijnen.
De radio staat afgestemd op Klara, dé Vlaamse zender met klassieke muziek. Momenteel hoor ik een celloconcerto. Het display toont ‘J.Haydn – Celloconcert n°2 in D groot’. Ik moet inspiratie zien te vinden voor mijn moordend geschrijf. ‘In groot’ is niet de gepaste muziek voor een smartelijk gebeuren. Ik heb dramatische achtergrondmuziek nodig. Het moet eerder een concerto zijn in ‘klein’, in ‘mineur’.
Ik schrijf alvast:
Hij houdt de kabelbinder rond zijn arm en benadert Adèle van achteren. Hij brengt zijn
linkerhand op haar mond en laat het lemmet van een reuzengroot mes voor haar ogen
schitteren. Gesmoord roept ze het uit. Ze laat de cello los. Die valt met een bonk op de grond
en laat verloren snarengeluid horen. Hij dreigt met het mes.
‘Handen achter de rug,’ blaft hij.
Meteen brengt ze haar handen naar achteren. Hij laat de kabelbinder van zijn arm glijden,
doet de lus over haar polsen en trekt de band hard aan.
Mijn hoofd deint mee op het trage ritme van het adagio. Ik schrijf verder:
Hij drukt haar hoofd zachtjes tegen zijn borst.
Hij zet de rug van het mes voorzichtig op haar keel.
Adèle gilt kort.
‘Rustig, meisje, je wilt toch niet dat er bloed gaat vloeien.’
Ze laat een zwak gorgelgeluid horen.
Het iets krachtiger rondo zet zich in. Ik typ:
Het mes wordt zijn strijkstok, die hij heen en weer over haar keel laat glijden. Met zijn
linkerhand betokkelt hij de fijne rimpels op haar voorhoofd.
‘Ti ta ta ti ta ta ti tata,’ zingt hij vrolijk mee, vlot spelend op zijn levende cello.
Adèle blijft er versteend bij zitten. De schrik zit er blijkbaar goed in.
Naarmate de muziek meer allegro gaat, beweegt het mes heftiger heen en weer en wordt het voorhoofdgetokkel alsmaar intenser.
De muziek bereikt stilaan een climax. De finale. Nu moet het gebeuren. Ik noteer:
Het einde van het concerto nadert, ook dat van Adèle. Bij de laatste krachtige noten keert hij
het mes om en snijdt ermee heen en weer door haar keel.
Dankjewel, Joseph.
Zie: www.bertbergs.be